Onze Passie
1975, ASV kantoor Zaaiersweg 16 Amsterdam
Zo juist was arbeidsovereenkomst met de nieuwe chef speltuinen tot stand gekomen. Directeur de heer Bisschop en voorzitter de heer Hogenes van het Amsterdams Speeltuin Verbond (ASV) waren tevreden. Hun nieuwe chef kwam voort uit het speeltuinwerk en had tevens een technische opleiding, dus zou de nodige werkervaring in dit specifieke speeltuin vak wel bij hem in vertrouwende handen zijn. Vijftig ASV speeltuinen kwamen onder zijn bevoegdheid. Hij moest het met zijn collega en 57 toezichthouders en 50 reservisten maar zien te redden dat de speeltuinen in Amsterdam schoon en vooral veilig waren en daardoor zoveel mogelijk werden bevolkt door kinderen. De werkuitrusting stond klaar; een Mobylette brommer met oranje helm en grote bruine fietstassen. En daar ging het eigenlijk om, de fietstassen waren volkomen volgestouwd met vuilniszakken, harde en zachte bezems, gereedschappen als een vlechttang en een puttenschepper, verbandmiddelen, rapportboekjes en vooral niet te vergeten de rollen met toegangskaartjes. Hiervoor moest bij de administrateur worden getekend en later afgerekend. Over deze kaartjes gaan we het hier hebben.
1976 Gaaspstraat, een Mobylette met vol gestouwde fietstassen
Recht op vrijspelen
Niet ieder Amsterdams kind had meer dan een kwart eeuw geleden recht op vrij spelen in de buurt speeltuin. Je moest lid zijn van de speeltuin vereniging of je kocht voor een kwartje een dagkaartje bij de opzichter, de toezichthouder of ‘wachie’ zoals de speeltuin baas of bazin werd genoemd. Dat kaartje was ook belangrijk voor deze toezichthouder want per verkocht kaartje was 7 ½ cent voor hem of haar. Met andere woorden per verkochte rol had hij/zij 18,75 gulden verdiend en dat was een wenselijke aanvulling op zijn/haar karig salaris. Voor de toezichthoudende man of vrouw was het daardoor interessanter om veel kinderen in de speeltuin te krijgen die niet lid waren. Een rare speeltuin regel dus. Aan de andere kant was het voor ouders een reden om lid te worden van een speeltuinafdeling van het Amsterdams Speeltuin Verbond. Hun kind kon daardoor de hele dag vrij in en uit de speeltuin lopen mits hij/zij zich ten minste gedroeg.
Al gauw had de nieuwe chef in de gaten dat door deze toegangsregeling te veel kinderen buiten gesloten werden van de schommel en de wip. Bij vooral speeltuinen in West als die van Plan West aan de van Speijkstraat en Wiltzangh aan de Akbarstraat bleken zich regelmatig kinderen op te houden voor en bij het toegangshek. Deze buurten waren talrijk aan kinderen van Turkse of Marokkaanse kom af en deze families vonden het verschijnsel verenigingen beangstigend door ervaringen in het thuisland. Maar niet alleen bij deze speeltuinen bleven om die redenen de kinderen buiten de speeltuinpoort. Het was nu eenmaal al honderd jaar een regel in Amsterdam, mee doen met de vereniging en anders
jammer dan voor jou. De speeltuinen werden sinds 1900 beheerd door de Bond van ‘Amsterdamsche’ Speeltuinen, het sinds 1938 Amsterdams Speeltuin Verbond en daar stond een inkomen via de lidmaatschap contributie of het toegangskaartje tegenover.
1955, Corrie Hogers (toen nog Corrie Banen), haar ouders waren vanzelfsprekend lid van de speeltuin dus speelde zij dagelijks voor de deur in de speeltuin.
Binnen een ½ jaar had de nieuwe chef diverse discussies gevoerd met collega’s en speeltuin besturen, “dat je die kinderen toch niet kon weigeren om veilig te laten spelen’’. Tenslotte investeerde de Gemeente toen z’n 1.8 miljoen guldens in het speeltuin onderhoud. Al gauw kwamen er klachten op het bureau van de directeur over de nieuwe chef die anarchistische geluiden op de speeltuin liet horen zoals die speeltuin was er toch voor de kinderen en toch niet voor het geld! De voor die tijd moderne directeur had er wel oren naar om de speeltuin vrij te stellen van toegangsgeld. De meerderheid van de speeltuin besturen echter niet. Zij verwachtten bij een openstelling van de tuin een aanmerkelijk leden verlies. “Dan moet je maar meer eigentijdse activiteiten organiseren”, was het repliek van de jonge betweterige chef.
Gemeentelijke Bureau Jeugdzaken
In middels had de voorzitter van de speeltuin Amsterdam Zuid en Vader van de rebelse chef, DWC Neijssel Sr. , toegestemd met zijn voordracht als voorzitter van het Amsterdams Speeltuin Verbond. Unaniem werd hij verkozen als de nieuwe ASV voorzitter en kreeg onmiddellijk het probleem van de vrije openstelling van de speeltuinen op zijn speeltuin bordje. De speeltuin verenigingen zouden het laatste democratische woord krijgen, was zijn voorstel. Echter het Gemeentelijk Bureau Jeugdzaken was partij geworden in deze zaak. “Openstellen”, was het woord van het hoofd van dit bureau, de heer Struyk van Bergen en deed daarbij min of meer de belofte dat bij inkomsten verlies, de naschoolse clubwerk subsidies zouden worden aangepast.
Maar hoe zat het dan met het loon van de toezichthouder werd dit ook aangevuld wanneer de inkomsten van de kaartjes verloren was gegaan? Er was een rechtspositie reglement in de maak, dus ook het salaris van de man en vrouw op de speeltuin kreeg een volwaardige beloning als trendvolger afgeleid van het ambtenaren reglement, volgens de chef en tevens lid van de OR, waarmee hij het personeel meekreeg om de kinderen zonder kaartje de speeltuin binnen te laten rennen. Op advies van de ASV voorzitter benoemden de Amsterdamse speeltuin besturen een commissie die de consequenties van het openstellen van de speeltuinen moest gaan onderzoeken. Bestuurder Kienstra van de speeltuin Gibraltar aan de Haarlemmerweg werd met het voorzitterschap van deze commissie belast. Tijdens het onderzoek echter zetten meerdere speeltuinen onder aanvoering van speeltuin Amsterdam Zuid de hekken voor alle kinderen open. Nu in 2017is het precies veertig jaren geleden dat de toezichthoudster van Amsterdam Zuid het laatste kwartje entree ving. De commissie Kienstra kon een jaar later
slechts één advies geven daar in middels meer dan de helft van de speeltuinen op eigen initiatief van de toezichthouder in samenwerking met het betreffende speeltuin bestuur al vrij toegankelijk waren.
1975, zandbak aan de zijde Gaaspstraat- Trompenburgstraat. Vicky Neijssel met Marty en Corrie de Graauw, hadden bijna geen kaartje meer nodig om op de speeltuin te mogen spelen. Maar wat kon het ze schelen, ze waren toch lid!
Nadeel
Maar de somber kijkende speeltuin besturen die de nieuwe over enthousiaste en idealistische chef speeltuinen buitendienst hadden bekritiseerd kregen helaas wel gelijk. Het speeltuin verbond verloor duizenden leden. “Als die Turk of Marokkaan voor niks op de speeltuin mogen, waarom zullen wij dan nog lid blijven”was de opvatting van die Amsterdammers. En dat voor die knaak per maand voor de hele familie! Niets bleef over van het standpunt van de chef met het ideaal, dat de Amsterdammer solidair was met zijn kinderen dus de speeltuin vereniging trouw zou blijven.
Er kleefde echter nog een nadeel aan de invoering van de open speeltuinen. Het moraal van de speeltuingebruikers zakte. Als ze wat uit vraten, wat gaf dat nou, het kostte toch niks dan alleen maar een uurtje uit de speeltuin verwijderd te worden, je hoefde immers geen kaartje meer te kopen. Tevens waren de speeltuin vandalen slechter te indentificeren omdat hun ouders geen lid meer waren. Het voordeel was dat geen kind meer buiten de speeltuin stond toe te kijken was naturlijke een ongekende winst! Als echter de Gemeente, sinds 1990 het stadsdeel Rivierenbuurt, niet de financiele ondersteuning had geboden in de vorm van een subsidie voor de exploitatie kosten en in nauwe samenwerking het technisch onderhoud voor zijn rekening had genomen, was het voort bestaan zonder die entree en contributie gelden voor onze speeltuin vereniging vrijwel onmogelijk geworden.
Trots
Het huidige bestuur is er nog altijd trots op dat zij de eerste open speeltuin was, maar ook voor Amsterdam Zuid gold indertijd een leden verlies van bijna duizend (gezin) leden. Nu na veertig jaren open speeltuin willen wij die leden terug. Al is het maar om de Gemeente, het stadsdeel ZuiderAmstel, te bewijzen hoe belangrijk de speeltuin in hun buurt is en hoe betrokken haar bewoners zijn met hun speeltuin. Voor slechts 1 €uro per maand solidair zijn met de speeltuin en toegang hebben tot de nog altijd aanwezige clubs is toch een hobbel die iedere buurt bewoner kan nemen. Met het lid maatschap wordt je mede eigenaar van de speeltuin en kun je vertellen wat er fout gaat en hoe het wel moet. Dat is het grote verschil met de buurthuizen die stichtingsvormen hebben zonder leden. Daar wordt voor je gedacht. De speeltuin is een vereniging met leden en die bepalen met elkaar het beleid en de uitvoering. Daar denk en praat jezelf over de leuke dingen voor jouw eigen –en buurmans kinderen. Wie maakt een nieuw lid? U ?
De aanmeldingsformulieren liggen dagelijks in het clubgebouw op u te wachten.
De speeltuin zonder sportveld is geen speeltuin!
1979 5 mei, Dames en Meiden Voetbal, toen nog op sportveld midden in de speeltuin
1983 bsv Amsterdam Zuid Kampioen Straat Voetbal, Johan Cruyff overhandigde de beker.